Gelukkig is het kwartje inmiddels ook elders gevallen, aangaande het verschil tussen de “recreatieve visser” en “hengelaar”.ONTTREKKING AAL EN KABLJAUW DOOR SPORTVISSERS
dinsdag, 19 juni 2012
Nederland is door de Europese Commissie verplicht om gegevens te verzamelen van recreatieve vissers die aal en kabeljauw vangen. Dit wordt gedaan met de nieuwe methode van het online logboek.
Uit de eerste resultaten van onderzoeksinstituut IMARES blijkt dat er door sportvissers slechts beperkt aal en kabeljauw wordt onttrokken. Het verzamelen van betrouwbare gegevens van ‘recreatieve vissers’ – een Europese definitie van sportvissers die met de hengel vissen én vissers die gebruik maken van fuiken, hoekwant en staand want – is geen eenvoudige opgave. Op de VISpashouders na zijn ze niet geregistreerd en het gaat om een groot aantal personen met een verschillend visgedrag.
Bovendien vindt Sportvisserij Nederland dat in dit onderzoek een duidelijk onderscheid ontbreekt tussen de sportvissers (met de hengel) en recreatieve ‘fuiken- en nettenvissers’. Hierdoor wordt het beeld van de sportvisserij vertekend. In tegenstelling tot de ‘recreatieve nettenvissers’ zetten de meeste sportvissers hun gevangen vis terug. Slechts een deel vangt en onttrekt kleine hoeveelheden voor eigen consumptie.
Logboekprogramma
Een geselecteerde groep recreatieve vissers van ruim 1.000 personen (zout) en bijna 1.400 personen (zoet) heeft een jaar lang (februari 2010 tot maart 2011) deelgenomen aan het online logboekprogramma. Maandelijks werden vangstgegevens aangeleverd. Op basis van deze gegevens en de nodige statistiek zijn daarmee verdere berekeningen uitgevoerd voor de totale groep recreatieve vissers.
Verder blijkt dat de logboekmethode geschikt is voor het schatten van de aantallen gevangen vis, maar minder goed toepasbaar is voor het bepalen van lengten en/of gewichten van de gevangen vissen. Veel vissers schatten hun vangsten groter en zwaarder in dan dat ze in werkelijkheid zijn.
Kabeljauw
In 11% van alle gemaakte zeevistrips werd kabeljauw gevangen, met een piek in maart/ april en oktober/ november. Geschat wordt dat in totaal zo’n 540.000 kabeljauwen per jaar worden gevangen en meegenomen door de totale recreatieve visserij. Dit is minder dan één kabeljauw per zeesportvisser.
In vele Europese landen is het normaal dat er bij de achterspiegel van al die zeevisbootjes manden met netten of een netten- of reeprol staat gemonteerd. Meestal zijn dit niet ( als beroepsvisser ) geregistreerde vaartuigen en voorzien die kustbewoners zich buiten hun normale baan zo in hun levensonderhoud en/of bijverdienste. In Nederland kennen wij dit gebruik al lang niet meer en zeker niet in die mate. Bij ons staan er hengelsteunen op de spiegel.
Het is dan ook volstrekt onrechtvaardig, dat een sporthengelaar in Europa als VERKAPTE VOORZORGSMAATREGEL beroepsgerelateerde regels aan zijn broek krijgt.
Er wordt NIET gekeken naar de echte oorzaak en gevolg van de malaise en wie daar in overwegende mate verantwoordelijk voor is. Kennelijk is het ook niet de moeite om voor de hengelsportvisserij – als dat op enkele punten al nodig zou zijn - DOELmatige maatregelen te realiseren. Van welke regels we dan ook zouden kunnen zeggen, dat we ACTIEF aan BEHEER meedoen.
Een BAGLIMIT is een strop om de nek van de sportvisser en staat haaks op actief en weidelijk beheer van de vis door de sportvisser.